Flexionstabelle für: ­bekennend

Starke Flexion (ohne Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	bekennender	bekennende	bekennendes	bekennende
Genitiv	bekennenden	bekennender	bekennenden	bekennender
Dativ	bekennendem	bekennender	bekennendem	bekennenden
Akkusativ	bekennenden	bekennende	bekennendes	bekennende

Schwache Flexion (mit bestimmtem Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	der bekennende	die bekennende	das bekennende	die bekennenden
Genitiv	des bekennenden	der bekennenden	des bekennenden	der bekennenden
Dativ	dem bekennenden	der bekennenden	dem bekennenden	den bekennenden
Akkusativ	den bekennenden	die bekennende	das bekennende	die bekennenden

Gemischte Flexion (mit unbestimmtem Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	ein bekennender	eine bekennende	ein bekennendes	keine bekennenden
Genitiv	eines bekennenden	einer bekennenden	eines bekennenden	keiner bekennenden
Dativ	einem bekennenden	einer bekennenden	einem bekennenden	keinen bekennenden
Akkusativ	einen bekennenden	eine bekennende	ein bekennendes	keine bekennenden

Grundformen Komparativ und Superlativ

Komparativ	Superlativ
bekennender	am bekennendsten

Komparativ - starke Flexion (ohne Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	bekennenderer	bekennendere	bekennenderes	bekennendere
Genitiv	bekennenderen	bekennenderer	bekennenderen	bekennenderer
Dativ	bekennenderem	bekennenderer	bekennenderem	bekennenderen
Akkusativ	bekennenderen	bekennendere	bekennenderes	bekennendere

Komparativ - schwache Flexion (mit bestimmtem Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	der bekennendere	die bekennendere	das bekennendere	die bekennenderen
Genitiv	des bekennenderen	der bekennenderen	des bekennenderen	der bekennenderen
Dativ	dem bekennenderen	der bekennenderen	dem bekennenderen	den bekennenderen
Akkusativ	den bekennenderen	die bekennendere	das bekennendere	die bekennenderen

Komparativ - gemischte Flexion (mit unbestimmtem Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	ein bekennenderer	eine bekennendere	ein bekennenderes	keine bekennenderen
Genitiv	eines bekennenderen	einer bekennenderen	eines bekennenderen	keiner bekennenderen
Dativ	einem bekennenderen	einer bekennenderen	einem bekennenderen	keinen bekennenderen
Akkusativ	einen bekennenderen	eine bekennendere	ein bekennenderes	keine bekennenderen

Superlativ - starke Flexion (ohne Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	bekennendster	bekennendste	bekennendstes	bekennendste
Genitiv	bekennendsten	bekennendster	bekennendsten	bekennendster
Dativ	bekennendstem	bekennendster	bekennendstem	bekennendsten
Akkusativ	bekennendsten	bekennendste	bekennendstes	bekennendste

Superlativ - schwache Flexion (mit bestimmtem Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	der bekennendste	die bekennendste	das bekennendste	die bekennendsten
Genitiv	des bekennendsten	der bekennendsten	des bekennendsten	der bekennendsten
Dativ	dem bekennendsten	der bekennendsten	dem bekennendsten	den bekennendsten
Akkusativ	den bekennendsten	die bekennendste	das bekennendste	die bekennendsten

Superlativ - gemischte Flexion (mit unbestimmtem Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	ein bekennendster	eine bekennendste	ein bekennendstes	keine bekennendsten
Genitiv	eines bekennendsten	einer bekennendsten	eines bekennendsten	keiner bekennendsten
Dativ	einem bekennendsten	einer bekennendsten	einem bekennendsten	keinen bekennendsten
Akkusativ	einen bekennendsten	eine bekennendste	ein bekennendstes	keine bekennendsten