Flexionstabelle für: ­brandmarkend

Starke Flexion (ohne Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	brandmarkender	brandmarkende	brandmarkendes	brandmarkende
Genitiv	brandmarkenden	brandmarkender	brandmarkenden	brandmarkender
Dativ	brandmarkendem	brandmarkender	brandmarkendem	brandmarkenden
Akkusativ	brandmarkenden	brandmarkende	brandmarkendes	brandmarkende

Schwache Flexion (mit bestimmtem Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	der brandmarkende	die brandmarkende	das brandmarkende	die brandmarkenden
Genitiv	des brandmarkenden	der brandmarkenden	des brandmarkenden	der brandmarkenden
Dativ	dem brandmarkenden	der brandmarkenden	dem brandmarkenden	den brandmarkenden
Akkusativ	den brandmarkenden	die brandmarkende	das brandmarkende	die brandmarkenden

Gemischte Flexion (mit unbestimmtem Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	ein brandmarkender	eine brandmarkende	ein brandmarkendes	keine brandmarkenden
Genitiv	eines brandmarkenden	einer brandmarkenden	eines brandmarkenden	keiner brandmarkenden
Dativ	einem brandmarkenden	einer brandmarkenden	einem brandmarkenden	keinen brandmarkenden
Akkusativ	einen brandmarkenden	eine brandmarkende	ein brandmarkendes	keine brandmarkenden

Grundformen Komparativ und Superlativ

Komparativ	Superlativ
brandmarkender	am brandmarkendsten

Komparativ - starke Flexion (ohne Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	brandmarkenderer	brandmarkendere	brandmarkenderes	brandmarkendere
Genitiv	brandmarkenderen	brandmarkenderer	brandmarkenderen	brandmarkenderer
Dativ	brandmarkenderem	brandmarkenderer	brandmarkenderem	brandmarkenderen
Akkusativ	brandmarkenderen	brandmarkendere	brandmarkenderes	brandmarkendere

Komparativ - schwache Flexion (mit bestimmtem Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	der brandmarkendere	die brandmarkendere	das brandmarkendere	die brandmarkenderen
Genitiv	des brandmarkenderen	der brandmarkenderen	des brandmarkenderen	der brandmarkenderen
Dativ	dem brandmarkenderen	der brandmarkenderen	dem brandmarkenderen	den brandmarkenderen
Akkusativ	den brandmarkenderen	die brandmarkendere	das brandmarkendere	die brandmarkenderen

Komparativ - gemischte Flexion (mit unbestimmtem Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	ein brandmarkenderer	eine brandmarkendere	ein brandmarkenderes	keine brandmarkenderen
Genitiv	eines brandmarkenderen	einer brandmarkenderen	eines brandmarkenderen	keiner brandmarkenderen
Dativ	einem brandmarkenderen	einer brandmarkenderen	einem brandmarkenderen	keinen brandmarkenderen
Akkusativ	einen brandmarkenderen	eine brandmarkendere	ein brandmarkenderes	keine brandmarkenderen

Superlativ - starke Flexion (ohne Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	brandmarkendster	brandmarkendste	brandmarkendstes	brandmarkendste
Genitiv	brandmarkendsten	brandmarkendster	brandmarkendsten	brandmarkendster
Dativ	brandmarkendstem	brandmarkendster	brandmarkendstem	brandmarkendsten
Akkusativ	brandmarkendsten	brandmarkendste	brandmarkendstes	brandmarkendste

Superlativ - schwache Flexion (mit bestimmtem Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	der brandmarkendste	die brandmarkendste	das brandmarkendste	die brandmarkendsten
Genitiv	des brandmarkendsten	der brandmarkendsten	des brandmarkendsten	der brandmarkendsten
Dativ	dem brandmarkendsten	der brandmarkendsten	dem brandmarkendsten	den brandmarkendsten
Akkusativ	den brandmarkendsten	die brandmarkendste	das brandmarkendste	die brandmarkendsten

Superlativ - gemischte Flexion (mit unbestimmtem Artikel)

	Singular			Plural
	Männlich	Weiblich	Sächlich
Nominativ	ein brandmarkendster	eine brandmarkendste	ein brandmarkendstes	keine brandmarkendsten
Genitiv	eines brandmarkendsten	einer brandmarkendsten	eines brandmarkendsten	keiner brandmarkendsten
Dativ	einem brandmarkendsten	einer brandmarkendsten	einem brandmarkendsten	keinen brandmarkendsten
Akkusativ	einen brandmarkendsten	eine brandmarkendste	ein brandmarkendstes	keine brandmarkendsten